Monday 13 July 2015

Luisterend bidden: God heeft je op het oog (2) (Column in OnderWeg)

“Terwijl we met je baden”, zei ik, “kreeg ik Psalm 68, vers 4 tot 6, op mijn hart. Zegt dat je iets?” De jonge vrouw keek me opgetogen aan. “Gisteren kwam er iemand naar me toe met diezelfde verzen! En ja, die woorden betekenen enorm veel voor me. Ik ben opgegroeid zonder vader en de laatste tijd heb ik het daar erg moeilijk mee gehad.”

[Het tweede deel van een tweeluik over gebed als tweerichtingsverkeer]


Als we met iemand bidden, gaat het niet zozeer om de woorden die we spreken. Het gaat niet om mooie of “krachtige” gebedstaal, en ook niet om ons pastorale inzicht in de situatie. Waar het wel om gaat, is dat we diegene voor Gods troon brengen. We helpen diegene om zich opnieuw bewust te worden van Gods aanwezigheid en liefde. En we vragen God om zelf te spreken en zijn genade te tonen.
In het ministrygebed zoals New Wine dit binnen de gereformeerde kerken heeft geïntroduceerd, bidden we meestal met z’n tweeën voor een derde persoon. Vaak leggen we een hand op de schouder van degene met wie we bidden, om uitdrukking te geven aan Gods nabijheid. Je andere hand hou je geopend, in een ontvangende houding: we verwachten het van God.
In een paar zinnen brengen we degene met wie we bidden bij God. We benoemen haar of zijn gebedspunt, en nodigen de Heilige Geest uit om te komen - om ons hart te openen voor Gods tegenwoordigheid, zijn liefde, zijn genade. Vervolgens zijn we stil voor Gods aangezicht.
We zijn stil en luisteren.
In volle afhankelijkheid van God.
En als we luisteren en de stemmen van onze eigen gedachten stil worden, mogen we Gods stem gaan herkennen (Johannes 10:3,4). Dan mogen we in gebed uitspreken wat Gods Geest ons op het hart legt. Om vervolgens weer stil te zijn en ruimte te geven aan de Geest.

Het werk van de Vader

Vaak sta je er als bidder bij, terwijl je ziet hoe de Vader aan het werk is in degene met wie je bidt. Daar ga je dan vooral niet doorheen praten. Afgelopen zaterdag bad ik met een oudere dame, die in deze stilte helemaal begon te stralen, en tranen van blijdschap stroomden over haar wangen. “Ik begon helemaal te gloeien van binnen”, zei ze later, nog steeds stralend, “en ik ervoer iets dat ik jaren geleden was kwijtgeraakt: dat ik, ondanks al mijn mislukkingen, Gods geliefde dochter ben.”

Vaak werkt God ook door jou als bidder heen, door je woorden te geven die je mag bidden. Soms zijn dat woorden van kennis. Zoals toen we baden met een man, die gebed vroeg vanwege een chronische hoofdpijn. In de stilte legde God op mijn hart dat deze man rondliep met emotionele pijn uit zijn kindertijd. “Kan het zijn dat je in je kindertijd iets ergs is overkomen?”  vroeg ik voorzichtig. Ook bij hem kwamen tranen los, eerst van verdriet, toen van diepe vreugde. “Ik heb die pijn mijn hele leven weggedrukt, maar het heeft me beheerst”, vertelde hij na de gebedstijd. “Nu heb ik het bij God mogen brengen. Na vijftig jaar kan eindelijk de genezing beginnen. Ik ben nog nooit zo opgelucht geweest.”

Soms bepaalt Gods Geest je bij een specifiek Bijbelgedeelte, dat voor jou misschien geen bijzondere betekenis heeft maar wel voor degene met wie je bidt. Soms is het een lied. Soms is het een beeld, waarin God iets toont dat voor die persoon een bijzondere betekenis heeft. Zeker als je zelf geen enkel benul hebt van de betekenis van zo’n beeld of woord, kan het enige moed vergen om het te delen. Doe dat liefdevol en voorzichtig  - “Ik moest hier aan denken. Kun je er iets mee?” – en laat de interpretatie en toepassing over aan degene met wie je bidt. Mijn ervaring is dat het geregeld van grotere betekenis blijkt te zijn dan ik zelf had durven denken.

Profetie in de nieuwtestamentische gemeente

In het Oude Testament sprak God via profeten – uitzonderlijke mannen die een uitzonderlijke zalving met de Geest ontvingen, veelal om het volk namens God iets aan te zeggen. Sinds de uitstorting van de Geest met Pinksteren is iedere gelovige gezalfd met de Geest en in Christus aangenomen als kind van de Vader. Sinds Pinksteren mag heel Gods volk zijn stem leren verstaan. We zien dat volop in het Nieuwe Testament en nergens lezen we dat God is opgehouden met spreken. Integendeel, de Bijbel laat zien dat God een sprekende God was, is, en zal zijn.
“Je hebt de Geest als gave van God ontvangen toen ik je de handen oplegde”, herinnert Paulus Timoteüs eraan. “Hou dat vuur brandende!” En de gemeente in Korinte spoort hij aan: “Streeft naar de gaven van de Geest, vooral naar die van profetie.” Want “iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend” (1 Korintiërs 14: 1, 3).
Als we luisterend bidden met elkaar en samen durven ontvangen en delen, gaan die woorden tot leven komen in de gemeente.

Dit artikel verscheen in OnderWeg, 11 juli 2015.



No comments:

Post a Comment